Vittarville
Het dorp met de ooievaar.
84 Inwoners in 40 huizen, volgens de statistieken staat 5% leeg en is 8% een tweede woning.
Het dorp is nooit groter geweest dan in 1856 met 244 inwoners.
Misschien dan behalve die extra inwoners in de zomer: de ooievaars. Die nu al een aantal jaren een nest hebben vlak voor het gemeentehuis. Elk jaar weer opnieuw.
De geschiedenis van dit dorp gaat terug tot aan de Merovingers. Vittarville maakte deel uit van het rijk Austrasië, later Lotharingen en het Duitse Rijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de stad het slachtoffer van de Duitse bezetting en leed ernstige schade. Er zijn een aantal landelijke boerderijen: Montfuseau, Red House en Bohémont. De boerderijen in het dorp, veelal 19e eeuws, kenmerken zich door de 3 delen van het gebouw: wonen, stal en schuur. Het dorp wordt gemarkeerd door 2 wegkruisen.
Kerk van Saint-Pierre et Saint-Paul
Het dateert uit 1854 en is gelegen in het centrum van het dorp. Voor de kerk, een trap leidt naar een diepe veranda, met daarboven een grote roosvenster waarvan het centrum is bezet door een klok. Lege nissen zijn aangebracht in de zijwanden. Er is een standbeeld van St. Martin, een nogal populaire heilige in Frankrijk, maar de stok die in zijn linkerhand hoort ontbreekt. De kerk werd in de oorlog zwaar beschadigd en nadien gerestaureerd.
Gemeentehuis / Marie
Bij de renovatie van het gemeentehuis, annex school kwam een bijzonder muurschildering tevoorschijn. Een fresco van 1.5 bij 6 meter lang! Geschilderd tijdens de eerste wereldoorlog door één van de soldaten van Konprinz Willem van Hohenzollern, die in 1916 had het gemeentehuis had bezet. Het fresco is ondertekend met "Utff Schubert inv." Het is een krijgsscène met soldaten en paarden uit de oudheid. Het fresco is zichtbaar in het stadhuis.
Wie maakt de foto en stuurt deze naar de webbeheerder?